Volg mij zoals ik Jezus volg. Enkele weken geleden ging de preek over deze tekst van Paulus uit 1 Kor. 11:1. Ook hier wil ik nog even stilstaan bij de oproep die Paulus doet. De grootste drempel die we, denk ik, tegenkomen om deze tekst in ons leven waar te maken, is de onverbiddelijke confrontatie met onszelf.
Die confrontatie met onszelf uit zich bijvoorbeeld in de gedachte dat we niet goed genoeg zijn om anderen uit te nodigen ons te volgen (zoals wij Jezus volgen). Als ik goed naar mezelf kijk, is er nog zoveel waarin ik geen voorbeeld kan zijn. Er is nog zoveel waartegen en waarmee ik strijd, dat het maar beter is om die ander op afstand te houden. Het zijn die gedachten, die een blokkade vormen om anderen uit te nodigen met mij op te trekken en van mij te leren.
Ik moet denken aan een voorbeeld dat Larry Crabb geeft in zijn boek De ideale kerk. Hij vertelt dat hij worstelt met wrok en boosheid naar een zeker persoon. Het gevoel verstikt hem en hij spreekt af met een zijn goede vriend Brennan Manning om hierover te praten. Nadat die het verhaal heeft aangehoord reageert Brennan totaal anders dan Larry verwachtte. Hij zegt: 'Larry, altijd als ik bij jou ben voel ik me zo tot Jezus aangetrokken.' Die reactie zorgt dat Larry wat in verwarring wordt gebracht. Wat hij vertelde is toch juist afstotelijk en nĂet zoals Jezus het bedoelt? Waarop Brennan zegt: 'Larry, het is duidelijk dat je datgene wat tussen jou en Jezus in staat meer haat dan alles. Je moet dus echt dicht bij Hem willen zijn.'
Er is nog zoveel waartegen en waarmee ik strijd, dat het maar beter is om die ander op afstand te houden. Het zijn die gedachten, die een blokkade vormen om anderen uit te nodigen met mij op te trekken en van mij te leren.
Het is die laatste uitsprak die me raakt. Ook ik laat me zo snel uit het veld slaan door de dingen die ik tegenkom bij mezelf. We kunnen onszelf enorm ontmoedigen in onze wandel met God. Waarom zit ik zo met die dingen waarmee ik worstel? Misschien heeft Brennan Manning wel een punt. Ik wil heel dicht bij Hem zijn. Als we durven erkennen dat de bron van frustratie vaak een verlangen is naar meer van God, dan kan ook onze kijk op onze worstelingen veranderen. Ik mag leren dat ik een geliefd kind van God ben en dat ik heel dicht bij Hem wil zijn. Dat is dus mijn hartsverlangen. En dan is het uitnodigen van anderen om mij te volgen (zoals ik Jezus volg) misschien opeens niet meer zo moeilijk. Die passie wil ik namelijk delen. Doe je mee?